Controle verlichtingsinstallatie
1. Omvang installatie
- Wat moet worden beoordeeld? Verlichting, noodverlichting, daglicht, werking en bediening, onderhoudsschema, vermogen enz.?
2. Uitgangspunten
- Als de controle een nieuwe installatie geldt; welke uitgangspunten golden voor de verlichtingsinstallatie?
- Beoordeling van de bestaande installatie?
- Beoordeling met of zonder daglicht?
- Zijn de meetwaarden nieuwe waarden of bedrijfswaarden?
3. Controle d.m.v. lichtmeting
- Lichtsterktes – gemiddelde waarde/gelijkmatigheid voor werkgebied, directe omgeving alsmede het perifere gebied.
- Gemiddelde luminantie armatuur.
- Bereken indien nodig de UGR-verblindingsgraad.
- Luminantieverhouding van de ruimte.
- Afschermhoek van armaturen.
- Kleurweergave en kleurtemperatuur van armaturen.
- Voer een visuele beoordeling uit en interview personeel.
- Controleer de werking.
- Controleer voorafgaand aan de lichtmeting de kalibratie, de inbrandtijd en de heersende bedrijfsomstandigheden.